Van 25 mei tot en met 30 september 1912 vindt de Internationale Kunstausstellung des Sonderbundes Westdeutscher Kunstfreunde und Künstler plaats in de Städtische Ausstellungshalle in Keulen. Anton, die voor zaken in de stad verblijft, is zo enthousiast over de tentoonstelling dat hij Helene vraagt om samen met Bremmer ook naar Keulen te komen.