Duits bezoek
In juli 1940 brengt Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart een bezoek aan het museum om kennis te nemen van de collectie. Een maand eerder is Sam van Deventer benaderd door de SS-topman en kunsthistoricus Kajetan Mühlmann die hem vertelt dat de Duitse staat 3 ‘Duitse’ 16de-eeuwse kunstwerken uit de collectie wil aankopen. Venus en Amor van Hans Baldung Grien, Venus en Amor als honingdief van Lucas Cranach de Oude en het dubbelpaneel van Barthel Bruyn de Oude moeten onder het mom van ‘Rückführung’ worden afgestaan, met het vage argument dat ze ‘voor Duitschland een zoo groote gevoelswaarde bezitten’ dat ze daar niet kunnen worden gemist. In werkelijkheid zijn ze bestemd voor de kunstverzamelingen van Hitler en Göring.