Religieuze associatie
Van Gogh schildert regelmatig spittende boeren en boerinnen. Hij ontleent dat motief ongetwijfeld aan Jean-François Millet. Het zwoegen van de spittende mens deed de Franse schilder denken aan Genesis 3:19: ‘In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert…’ Ook Van Gogh heeft bij spitters deze associatie.
Figuren in actie
Op Aardappelrooiende boerinnen doet hij zijn best om de vrouwen in actie weer te geven: ‘liever dan te zeggen, er moet karakter zijn in een spitter – omschrijf ik het met te zeggen […] die spitter moet spitten’. Daarom laat hij de vrouwen bukken: ‘het aan den gang zijn van het werk is iets misschien wat veel verticale lijnen in de compositie moeilijker uit te drukken zou maken’.
Boerenkleding
De boerinnen dragen blauwe schorten. Van Gogh vindt de eenvoudige, veelal blauwe boerenkleding ‘erg mooi’; die heeft hem ‘van ’t begin af hier getroffen’, schrijft hij aan Theo. Het geeft hem de mogelijkheid om verschillende nuances van donker- en lichtblauw te laten contrasteren met ‘goud-tonen of roodbruin’.