In de zomer van 1969 is in de beeldentuin de eerste Europese solotentoonstelling van de Amerikaanse beeldhouwer Kenneth Snelson te zien: zes enorme, dynamische constructies van metalen buizen en kabels. Er is ‘grote belangstelling voor deze technisch en artistiek ongewone expositie’.
Ingewikkeld
Snelsons assistent, de Duitse kunstenaar Klaus Rinke, komt op verzoek van Ellen Joosten naar Otterlo om het personeel van het museum te begeleiden bij de gecompliceerde installatie van de sculpturen. Ook Ellen Joosten helpt mee met de installatie van Snelsons sculpturen.
Oxenaar verwerft na afloop van de tentoonstelling de 30 meter hoge Needle tower. Hij wil het werk permanent in de beeldentuin exposeren. ‘De Toren is ook in de mening van de kunstenaar zelf de meest overtuigende realisatie van de constructieprincipes die hij in zijn werk tot ontwikkeling brengt.’