Portret van zijn vrouw

Théo Van Rysselberghe schildert landschappen, stillevens en bloemstukken, maar het liefst portretten. Zijn familie, vrienden en collega's staan regelmatig model voor hem. Dit portret van zijn vrouw Maria Monnom is voor een groot deel opgebouwd uit blauwe en oranje stippen in verschillende tinten. Het blauw van de achtergrond en Maria's schaduw vormt een sterk contrast met het oranje van de jurk en het gordijn.

Stippeltechniek

Van Rysselberghe ziet op een tentoonstelling in Parijs in 1886 voor het eerst het pointillistische werk van Georges Seurat en Paul Signac en vindt de stippeltechniek ‘uitmuntend, logisch en juist’. Hij past de methode jarenlang enthousiast toe maar op een persoonlijke manier en met behoud van tonale kleuren.

Uiterlijk én innerlijk

Terwijl de figuren op de schilderijen van Seurat en Signac vaak zeer gestileerd zijn, probeert Van Rysselberghe in zijn portretten het uiterlijk én het innerlijk van het model weer te geven. Kort na zijn dood schrijft de kunstenaar Maurice Denis: ‘Hij sprak over volumes, kleur, compositie, maar dat was om zijn fascinatie te verbergen voor het karakter en zijn zorg om de psychologie correct weer te geven.'