Gedetailleerd en realistisch
Edgar Fernhout komt uit een beroemde kunstenaarsfamilie. Hij is de zoon van Charley Toorop en de kleinzoon van Jan Toorop en begint al jong zelf te schilderen. Aanvankelijk werkt hij in een zeer precieze, realistische stijl. De werken uit deze beginperiode, vooral landschappen en portretten, worden ook wel magisch realistisch genoemd, vanwege het strenge en verstilde karakter van de voorstellingen.
Terugkerend motief
In Schapenschedel heeft Fernhout deze stijl al iets losgelaten. De schedel, die op een bed van biezen ligt, is nog wel gedetailleerd en realistisch weergegeven, maar zonder de zakelijke afstandelijkheid die eerder werk kenmerkt. Het schilderij dateert uit 1941. Fernhout maakt in de oorlogsjaren veel stillevens, omdat hij weigert lid van de Kultuurkamer te worden en noodgedwongen binnenshuis moet werken. In de stillevens uit deze tijd is de schedel een regelmatig terugkerend motief, een verwijzing naar de vergankelijkheid van het leven.
Steeds abstracter
Vanaf het midden van de jaren 50 worden Fernhouts schilderijen steeds abstracter. Zijn inspiratiebron blijft de natuur, vooral de zee en de duinen, maar uiteindelijk verwijzen alleen de titels van zijn werken nog naar de zichtbare werkelijkheid.